Wat is de kern van de eurocrisis? Liegende Grieken? Te hoge
begrotingstekorten? Leeglopende zeepbellen op de huizenmarkt? Te hoge lonen
in Zuid-Europa? Dat speelt allemaal mee. Maar de kern van de crisis zijn de
Europese banken. Daar begon de ellende en daar zal het met een beetje pech
ook eindigen.

Het waren de banken die het na de invoering van de euro een prima idee vonden
om massaal geld uit te lenen aan Griekenland, Portugal, Spanje en Italië
tegen de rente van Duitsland. Dat deden ze in de stille verwachting dat als
het mis ging, er wel een noodfonds voor hen zou worden klaargezet, omdat zij
too big to fail waren. Die bluf heeft aardig gewerkt. Helaas.

Toezichthouders keken weg. Het landsbelang, of in bijvoorbeeld Spanje en
Duitsland, het regiobelang, stond voorop. Banken mochten en moesten
kredieten blijven verlenen, want anders zou de zeepbel knappen.

Banken trekken overheden omver

Nu dat toch is gebeurt, zijn het de banken die, overladen met slechte
obligaties, overheden omver dreigen te trekken. De Spaanse banken zijn te
groot om gered te kunnen worden. Spanje dreigt eraan te bezwijken. In
Ierland hebben ze aan den lijve ondervonden wat dat betekent. Nadat de Ierse
banken waren genationaliseerd, konden de Ierse overheid acuut geen geld meer
lenen op de kapitaalmarkt.

De noodmaatregelen die overheden en de centrale banken namen, maakte de
bankensector alleen maar kwetsbaarder – hoe noodzakelijk de maatregelen op
korte termijn ook waren. Banken werden gedwongen te fuseren of zwakke
broertjes over te nemen. Daardoor zijn ze nu groter dan ooit; in veel
gevallen niet alleen te groot om failliet te laten gaan, maar ook te groot
om door een enkel land te worden gered.

De duizend miljard euro aan liquiditeiten van de ECB werd door Spaanse en
Italiaanse banken gebruikt om nieuwe staatsobligaties van het eigen land op
te kopen. Banken en overheden raakten daardoor nog meer met elkaar verknoopt
en werden nog kwetsbaarder.

Aanpak niet voldoende

Als banken de kern van het probleem zijn, dan zijn ze ook onderdeel van de
oplossing. Een streng stabiliteitspact, goed gevulde noodfondsen, het is
allemaal belangrijk, maar zonder Europese aanpak van de bankensector niet
voldoende.

Vandaar dat José Manuel Barroso, voorzitter van de Europese Commissie,
donderdag voorstelde om de monetaire unie uit te breiden met een
‘bankenunie’. Hij deed dat voorstel tijdens een persconferentie waarin de
aanbevelingen van de Commissie voor het economische beleid in de eurozone
werden gepresenteerd.

In de bankenunie van Barroso is het toezicht op grote banken voortaan Europees
geregeld. Eén centraal gezag controleert of banken teveel risico nemen, of
de balansen gezond genoeg zijn, of er niet teveel krediet gaat naar
zeepbellen. Nationale belangen en sentimenten spelen dan geen rol meer.

Bovendien kan men dan op Europees niveau besluiten of een bank moet worden
gered, of dat een ordelijk faillissement beter is. Voor een nationale
toezichthouder is een middelgrote bank al too big to fail, terwijl vanuit
het oogpunt van het hele eurogebied een faillissement wellicht efficiënter
is. Als we de banken niet kleiner kunnen maken, dan maken we de
toezichthouder groter. Een prima idee.

Europese redding van banken

Er zitten echter ook kanten aan het plan, die in het huidige politieke klimaat
minder goed zullen vallen. Bij Europees toezicht horen ook Europese
reddingen. De kosten van het redden van een bank worden dan op Europees
niveau gedragen.

Alleen dan zijn banken en overheden niet meer van elkaar afhankelijk en kunnen
ze elkaar niet meer omver trekken. Barroso hintte niet voor niks op directe
toegang voor Spaanse banken tot het permanente noodfonds ESM. De banken
zouden dan geherkapitaliseerd worden zonder dat de Spaanse overheid onder
curatele van Brussel en het IMF komt te staan.

Depositogarantiestelsel

Volgens dezelfde redenering moeten ook alle nationale depositogarantiestelsels
opgaan in een Europees fonds voor gedupeerde spaarders. Alle grote Europese
banken storten in één stroppenpot van waaruit de deposito’s worden
gegarandeerd.

Het hoort allemaal bij een monetaire unie met vrij kapitaalverkeer en
grensoverschrijdende banken. Maar bepaalde politici zullen het ongetwijfeld
weer uitleggen als diefstal van Zuid-Europa en als overdracht van
soevereiniteit.

Wat ze dan vergeten te vertellen is dat we zonder een bankenunie al helemaal
geen soevereiniteit hebben, maar overgeleverd zijn aan de grillen van
Spaanse bankbestuurders, Griekse toezichthouders en Amerikaanse speculanten.
Een bankenunie geeft ons juist macht over onze toekomst terug.

Lees ook:

EU kritisch over Kunduz-akkoord: ingrijpen in huizenmarkt
'urgent'

Russische roulette aan de Spaanse costa

De Jager: EC geeft Nederland dikke voldoende

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl